Lucky

In de documentaire The Artist & the Pervert staat de BDSM-relatie van componist Georg Friedrich Haas en performer Mollena Williams centraal.

‘Ik zou je graag temmen.’ Die woorden schreef Georg Friedrich Haas aan Mollena Williams toen hij haar benaderde via de datingapp OkCupid. Haas, een van de belangrijkste hedendaagse componisten, betuigde zich in zijn bericht complimenteus, zachtaardig, oprecht. Om vervolgens voor te stellen om haar te temmen. Ook Williams is kunstenaar. Haar werk valt binnen verschillende disciplines maar kent twee constanten. De vorm ligt altijd in het verlengde van storytelling, of ze nu schrijft, doceert of op een podium staat. En het onderwerp is altijd BDSM, de verzamelnaam voor verschillende seksuele uitingen die voorheen bekend stond als SM maar nu is uitgebreid met “bondage” en “discipline”.

I would like to tame you.’ In de context van BDSM klinken Haas’ woorden niet brutaal maar hoffelijk. Nederig bijna. Williams zei ja. Haas zou haar later niet alleen een ring om de vinger schuiven maar ook een halsband om de nek, de “collar” die in de BDSM-scene de relatie tussen meester en slaaf, de dominante en de onderdanige partij, symboliseert. In The Artist & the Pervert (2018), de documentaire die Beatrice Behn en René Gebhardt over het stel maakten, is het moment te zien waarop Haas zijn echtgenote de collar, een elegante zilveren choker, omdoet. Het is een ontroerende, bijna komisch onhandige scène. De kus die het moment bezegelt wordt zo behoedzaam op haar neus geplaatst dat het lijkt alsof hij bang is dat zijn vrouw onder zijn aanraking in stukjes uiteenvalt. Maar Williams, even stevig als mondig, is alles behalve een breekbare verschijning. Het is een van de tegenstellingen die de film, en de relatie tussen Williams en Haas, zo intrigerend maken.

Georg Friedrich Haas werd in 1953 geboren in het Oostenrijkse Graz. Hij groeide letterlijk op in de schaduw van Zwitserse bergen, in Vorarlberg. Het zou van grote invloed zijn op zijn werk, waarin beklemming en licht en donker een centrale rol spelen. De muziekstukken en opera’s die hij sinds de jaren 80 componeerde zijn vervuld van onrust, angst en somberte. Zijn meest vermaarde werk, in vain uit 2000, is een aanklacht tegen de opkomst van extreemrechts in Oostenrijk. De politieke situatie in zijn vaderland is tevens de reden dat hij naar de Verenigde Staten verhuisde, waar hij sinds 2013 een vaste positie heeft aan de muziekafdeling van Columbia University in New York. In The Artist & the Pervert merkt een muziekkenner op dat Haas’ werk een fysieke reactie aan het publiek ontlokt. In een interview met The Guardian zegt de componist zelf: ‘Ik probeer een muzikale taal te creëren die niet gebaseerd is op notaties maar enkel op de beleving van geluid.’

            The Artist & the Pervert opent met Haas die in de huiselijke setting van zijn New Yorkse appartement aan het componeren is. De filmmakers verheerlijken het maakproces niet; er is niets romantisch aan de manier waarop de componist met muziekbladen in de weer is, uit het raam staart of zijn zoveelste Nespresso zet. Als hij zich op zeker moment naakt naar zijn computer haast, ogenschijnlijk zo bevangen door inspiratie dat hij geen tijd heeft om zich aan te kleden, vraagt Williams hem droogjes of ze wat kleren voor hem moet pakken. ‘Ook sokken?’ ‘Weet ik niet,’ zegt Haas verstrooid. Om te vervolgen: ‘Geen zwarte.’ In interviews laat Haas weten dat hij productiever is dan ooit sinds hij Williams ontmoette en uitkwam voor zijn seksuele voorkeur. In zijn zwaar op de hand liggende werk klinken nu ook sporen van hoop door. Een van zijn recente opera’s, Morgen und Abend, is volgens The New York Times serious and sober, though ultimately radiant”.

Dezelfde New York Times publiceerde in februari 2016 een interview met het echtpaar Haas, getiteld ‘A Composer and His Wife: Creativity Through Kink’, waarin het stel over hun meester/slaaf-verhouding vertelt. The Artist & the Pervert laat enkele reacties zien die online onder het stuk werden geplaatst, uiteenlopend van jubelend tot walgend. Haas’ muziek zou door het privéleven van de maker besmet zijn. Williams zou op haar beurt het stempel feminist niet waard zijn. Dat ze zich als Afro-Amerikaanse vrijwillig tot slaaf laat maken, is natuurlijk ook ingewikkeld. Dat Haas’ familie de nazi-ideologie aanhangt maakt het niet eenvoudiger, niet in de laatste plaats voor Haas zelf, die zichzelf een feminist noemt. Veertig jaar en drie mislukte huwelijken lang worstelde met zijn seksuele verlangens. Totdat hij Williams ontmoette.

            ‘I would like to tame you.’ Ook Mollena Williams worstelde met haar seksuele voorkeur als onderdanige, hoewel om heel andere redenen. Twee maanden na hun eerste ontmoeting vertelt ze over haar leven voor en na Haas tijdens een Bawdy Storytelling-avond in San Fransisco, die is gewijd aan verhalen over seks. ‘Ik ben een slaaf,’ vertelt ze, om vervolgens direct het publiek aan te spreken: ‘Ik weet dat dat moeilijk te geloven is maar fuck you guys.’ Williams is uitgesproken, levendig, praatgraag, grappig. Intimiderend ook, althans volgens de meesters waar ze vóór Haas mee in contact kwam. Voor iemand die de hele wereld rondreist om over kinky seks te praten, heeft ze zelf verbazingwekkend weinig seks. Het publiek schatert. Dan Haas. Anderhalf uur na hun eerste kennismaking stort hij zich op haar “as if he has not eaten or seen pussy in the last fifty years”. Diezelfde avond nog zegt hij dat hij van haar houdt, later die week heeft hij een contract opgesteld voor hun meester/slaaf-relatie. Williams kan niet geloven dat ze een man heeft gevonden die haar niet alleen wil domineren maar daar ook de verantwoordelijkheid voor wil dragen. ‘Ik geef alles aan hem en hij moet dat geschenk waardig zijn,’ legt ze uit. Soms staart hij haar aan “met zijn serieuze-mannengezicht” en vraagt: ‘Is it true?’ Het verhaal dat Williams bij Bawdy Storytelling vertelt heet ‘Lucky’. Het is het antwoord dat ze Haas steeds geeft: ‘We’re lucky.’

‘Gelijkwaardig maar met een ongelijkwaardige machtsbalans,’ zo omschrijft Williams haar relatie met Haas in The Artist & the Pervert. Ze is niet alleen zijn slaaf, ze is ook zijn muze. Ze staat hem bij in zijn werk, reist met hem de hele wereld over. Het beeld dat de documentaire oproept is dat van een verhouding gekenmerkt door overgave en toewijding – van beide kanten. Maar dat beeld roept ook vragen op. In hoeverre onderscheidt hun BDSM-relatie zich van een traditionele? Explicieter wordt het wanneer Haas zijn vrouw op het achterwerk slaat, langdurig en gelijkmatig, terwijl zij steeds harder kermt. In een andere scène liggen ze naakt in bed, zij passief met de ogen gesloten. Hij smeert haar forse lijf in met vaseline. In beide gevallen lijkt haar plezier centraal te staan. Zij wordt vereerd en verwend. Wat precies tekent haar onderdanige rol? Dat The Artist & the Pervert de vraag niet beantwoordt verraadt de onhandigheid van de makers, die met deze film niet alleen hun debuut maken maar ook de belangrijkste taken uitvoerden: regie, camera, editing en productie. Maar eigenlijk is het wel prettig om met vragen te blijven zitten. Een scene die zo geobsedeerd is door het vastleggen van rollen kan wel wat twijfel gebruiken.

            Onbedoeld vormt The Artist & the Pervert een tweeluik met een andere recente film. In Paul Thomas Andersons Phantom Thread gaat de vooraanstaande modeontwerper Reynolds Woodcock een relatie aan met serveerster Alma. Ook hun verhouding draait om overgave en macht; ook Alma vult haar rol als muze eens niet passief in, zoals de traditie wil. In Phantom Thread wordt een wereld van verfijning en beschaving opgevoerd, maar vlak onder de oppervlakte liggen meer aardse emoties. Anderson laat die twee tegenstellingen schuren en botsen, zoals ook Woodcock en Alma in een constante strijd zijn verwikkeld. In het leven van Williams en Haas komen seks en kunst, hoge en lage cultuur op een meer harmonieuze manier samen. Williams’ kunst, die in het verlengde ligt van het oeroude verhalen vertellen, is toegankelijk en staat dichtbij het alledaagse. Haas’ werk als componist is daarentegen het cliché van prestigieuze en complexe kunst, gemaakt door oudere witte mannen uit Europa. Je zou kunnen zeggen dat BDSM, met zijn nadruk op symboliek en theater, ook dicht tegen kunst aan zit. Dit is het gebied waar deze twee heel verschillende kunstenaars elkaar ontmoeten.

 Eerder droeg Haas al een stuk aan zijn vrouw op. Voor hyena, “een concert voor orkest en verteller”, werkte hij voor het eerst met haar samen. Williams was jarenlang alcoholverslaafd. Het was een periode waarin, zoals ze zelf zegt, de hyena in haar de overhand nam. Nu ze inmiddels elf jaar nuchter is, schreef ze een libretto over haar verslaving. Haas componeerde de muziek. In opera’s “schreeuwen witte mensen over de dood”, typeert Williams in The Artist & the Pervert. Die tijd is voorbij, poneert ze uitdagend, “misschien wel voor altijd”. Tijdens de première staat ze op het podium in een elegante zwarte jurk. Als de camera afdaalt, zien we haar comfortabele zilveren glittergympjes. Haar verhaal, waar alleen het beginnetje van te zien is, is eigentijds en diep persoonlijk. Haas’ begeleidende muziek is meeslepend maar dienstbaar. Williams staat letterlijk en figuurlijk op de voorgrond.

            Aan het slot van The Artist & the Pervert, wanneer de credits over het scherm rollen, zien we het echtpaar Haas in slow motion stuiteren op een springkussen in de vorm van enorme borsten in alle kleuren, een werk van designers Bompas & Parr. Williams komt niet helemaal goed van de grond maar Haas springt vol overgave. Zijn pompende armen zetten hem kracht bij. Op de soundtrack klinkt een melancholiek liedje op de ukelele. Amanda Palmer zingt: ‘Fuck yes, I’m exactly the person that I want to be’. In beeld verschijnt een opdracht: ‘Dedicated to all lovers’. De laatste beelden onderstrepen op ontroerende wijze het punt dat de film al maakte: Haas en Williams zijn lucky.

---

In opdracht van De Groene Amsterdammer, in het kader van Holland Festival 2018