Over Call Me by Your Name

Over Call Me by Your Name, een liefdesgeschiedenis larger than life.

De zomer van 1983, “ergens in Noord-Italië”. In een van de villa’s die hier zo nonchalant staan, te midden van het groen en de meertjes, de landweggetjes en de dorpspleinen, woont een Amerikaanse hoogleraar met zijn Europese gezin. Lange gangen met hoge plafonds, ruime tochtige kamers, luiken voor de ramen, een antiek waterbassin bij wijze van zwembad: dit huis heeft the works. In de avond wordt er verse vis geserveerd in de tuin, overdag pluk je zelf de abrikozen van de boom. In deze wereld ademt alles achteloosheid: de rondslingerende boeken, de Italiaanse natuur, de kunstenaars en denkers die worden genamedropt in alledaagse conversaties. Elio, de zeventienjarige zoon van het gezin, neemt in zijn zwembroek plaats achter de piano en speelt een moppie Bach. In het voor vier Oscars genomineerde Call Me by Your Name gaat er achter al die nonchalance iets heel wezenlijks schuil, zoals ook Elio’s onverschilligheid nauwelijks de loodzware ernst van zijn eigenlijke gemoedstoestand verhult: hij is verliefd.

            Luca Guadagnino, de Italiaanse regisseur die eerder verantwoordelijk was voor de weelderige maar ook wat theatrale psychologische drama’s Io sono l’amore en A Bigger Splash, maakte met Call Me by Your Name juist een heel ongekunsteld liefdesdrama. Centraal staan de geliefden Elio en Oliver, die een halve film nodig hebben om aan elkaar toe te geven. Call Me by Your Name, gebaseerd op de gelijknamige, veelgeprezen roman van André Aciman uit 2007, is een liefdesgeschiedenis larger than life. Het is een allegorie van verliefdheid, met personages die direct iconisch aanvoelen, niet in de laatste plaats omdat ze versmelten met de acteurs die ze gestalte geven. Timothée Chalamet – dromerig en donker, met het soort gezicht dat Caravaggio graag had geschilderd – speelt Elio. Armie Hammer – groot, blond en all American – vertolkt de zeven jaar oudere Oliver.

Iedere zomer nodigt Elio’s vader een Amerikaanse student uit om bij hem en zijn gezin te verblijven in hun zomerhuis. Op de dagen dat de student zijn gastheer niet hoeft te assisteren bij diens onderzoek, heeft hij de mogelijkheid om aan zijn eigen scriptie werken, al dan niet terwijl hij ligt te zonnen aan het zwembad in de tuin. Zomergast Oliver is anders dan zijn voorgangers; indrukwekkender. Hij is charmant en joviaal, knap en laconiek. Ook Elio is onder de indruk, zozeer zelfs dat hij hem niet kan uitstaan. Het irriteert hem dat hij hem niet kan doorgronden. Hij ergert zich aan zijn luchtige manier van doen.

Zelf is Elio een en al attitude en maniertjes. Te pas en te onpas doet hij zijn bestudeerde dance moves, altijd met uitgestreken gezicht. Hij speelt en hij hannest, maar zijn bewegingen zijn gecontroleerd. Zelfs wanneer hij in slaap dut, op een stoel in de zon, is zijn lichaam gespannen. Elio is onaangedaan zoals zeventienjarigen onaangedaan zijn, maar onder de oppervlakte broeit de onrust. Wie goed kijkt, ziet dat hij kwetsbaar is zoals zeventienjarigen kwetsbaar zijn.

Elio verlangt naar Oliver. Acimans roman, in het Nederlands vertaald als Noem me bij jouw naam, begint bij het moment dat Elio het zich realiseert: hij verlangt naar Oliver. Of, preciezer gezegd: het boek begint met Elio’s reflectie op dat moment. Noem me bij jouw naam is een train of thoughts, urgent en niet te stoppen. Iedere gebeurtenis wordt niet alleen verteld, maar ook geanalyseerd. In de verfilming – filmveteraan James Ivory bewerkte het boek tot scenario – staan de gebeurtenissen op zich. Er is geen voice-over; Elio’s blikken spreken voor zich. Zonder zijn constante gedachtestroom vertraagt het tempo van het verhaal. Het schikt zich naar het lome ritme van een lange zomer.

            Gaandeweg raken de thema’s tijd en verliefdheid met elkaar verstrengeld. Ook verliefdheid draait tenslotte om tijd. Om ritme, om timing. Je wacht te lang, of je gaat te snel. Verliefd zijn is synchroon gaan met de ander, het is samen besloten zijn in hetzelfde moment.

In de roman doet Elio Oliver een boek cadeau. In een opwelling schrijft hij er een opdracht in. Hij fantaseert over hoe Oliver het boek jaren later uit de kast zal pakken en onverwacht aan deze zomer, aan Elio, zal worden herinnerd. Zo plaatst Elio dit ene moment in de context van een mensenleven, zoals hij op een ander punt in het boek mijmert over hoe zijn intense verliefdheid een jaarring toevoegt aan zijn leven. In de film staat dit moment in de tijd – deze ene zomer, deze ene verliefdheid – juist geheel op zichzelf. Het verleden speelt geen rol, en de toekomst alleen impliciet. Het boek openbaart iets heel herkenbaars: de over elkaar tuimelende gedachten van een verliefde. Maar de verfilming, die de verliefden isoleert in de tijd, vóelt als verliefdheid.

Oliver komt dichter bij Elio, en neemt weer afstand. Hij toont interesse en hij wijst hem af. Een intiem moment wordt onderbroken door zijn kordate ‘Later!’. Elio wil meer van Oliver weten, en hij wil niets met hem te maken hebben. Hij verlangt naar hem, en hij schaamt zich voor zijn verlangen. Elio – jong, onervaren, ongemakkelijk in zijn lijf – wil niet alleen bij Oliver zijn, hij wil Oliver zijn. Hij wil breed en bruin zijn, zelfverzekerd en volwassen. Verliefd zijn gaat over je verhouden tot de ander. Het gaat niet alleen over hem, maar juist ook over jezelf.

            Elio en Oliver fietsen naar het dorp. Oliver koopt sigaretten, ze steken er allebei een op. Met hun racefietsen aan de hand lopen ze naar het oorlogsmonument dat midden op het pleintje staat, Oliver voorop. Tweede Wereldoorlog? vraagt hij en kijkt omhoog naar het standbeeld. Eerste Wereldoorlog, verbetert Elio. Hij loopt langs de andere kant om het monument heen. Dat hij zoveel weet, zegt Oliver. Hij weet niets, werpt Elio tegen. Niets wat er toedoet althans. Terwijl de jongens om het beeld heenlopen, en pianomuziek onrustig kabbelt op de soundtrack, wisselen ze van rol, helt de weegschaal over naar de andere kant. Wanneer ze terug zijn bij hun fiets, is het Elio die de leiding neemt. ‘Andiamo, Americano!’ roept hij over zijn schouder terwijl hij wegfietst. Oliver komt hem haastig achterna.

Call Me by Your Name vertelt over een homoseksuele liefde, maar gaat niet per se óver homoseksualiteit. Dat de geliefden mannen zijn, gelijk en toch anders, benadrukt het idee dat verliefden rollen aannemen en uitwisselen; het idee dat verlangen en vereenzelvigen soms gelijk op gaan. Na de scène bij het oorlogsmonument, wanneer tegelijkertijd niets en alles wordt uitgesproken, nemen Elio en Oliver nieuwe rollen aan. Elio is onverschrokken. Brutaal. Nu de kaarten op tafel liggen, heeft hij niets meer te verliezen. Oliver is juist stiller, zachter. Voorzichtiger. Wat Elio eerst zo onzeker maakte, het feit dat hij “niets weet”, maakt hem nu juist sterk. Oliver, die ouder is en meer ervaring heeft, kan de consequenties van hun verliefdheid beter overzien. Nu is het Elio die de regels van het spel bepaalt. Oliver volgt.

            In een verhaal dat twee personages centraal stelt, en waarin psychologie voorgaat op plot, gebeurt er iets geks met de rol van de toeschouwer. Tussen Elio en Oliver in staat de kijker. Er draaien er niet twee, maar drie om elkaar heen. In het boek krijgt die derde, de lezer, geen eigen positie toebedeeld. Hij is een would be-Elio. Hij voelt wat Elio voelt, denkt wat Elio denkt. In het boek wordt zelfs Oliver nauwelijks gekenschetst. Het draait om Elio’s gevoelens – om zijn onzekerheid, zijn verlangen, zijn wanhoop, zijn angst.

Ook in de film ligt het perspectief bij Elio. Van alle personages is hij het meest in beeld. Alles en iedereen bekijken we via zijn blik. Maar ditmaal worden zijn gedachten ons niet opgedrongen. Ditmaal zit het verhaal zo ruim in zijn jas dat er plek te over is voor onze eigen emoties en ideeën, onze eigen ervaringen met verlangen en verliefdheid. De kijker, in dit geval geen stand-in voor Elio, kijkt toe. Hij is voyeur, zoals de filmkijker altijd voyeur is. Maar omdat de personages óók kijken, omdat verlangen goeddeels visueel is, wordt hij heel direct betrokken bij het verhaal. We bekijken Elio, die op zijn beurt Oliver bekijkt. Dat de kijker op die manier onderdeel is van de relatie, de derde zijde van de driehoek, geeft de film een vreemd soort spanning.

Oliver speelt in de film een meer volwaardige rol dan in de roman. Hij is niet alleen het object van Elio’s verlangen, maar een autonoom personage. Hammer, die in tegenstelling tot Chalamet niet werd genomineerd voor een Oscar, vult zijn rol met humor in. Zijn gedragen, bijna toneelmatige manier van spreken geeft Oliver niet alleen iets pompeus maar ook iets droogkomisch. Hij speelt Oliver, in ieder geval in de eerste helft van de film, als een zondagskind, als iemand die licht als lucht door het leven gaat, op het schaamteloze af. Zijn dansje op ‘Love My Way’ van The Psychedelic Furs, ultiem lullig maar vol overgave, werd een meme op sociale media. In de tweede helft van de film geeft Hammer Oliver ook andere tinten. Hij zwijgt en hij piekert. We begrijpen dat zijn afstandelijkheid niets met arrogantie te maken heeft, maar voor een groot deel juist met empathie.

Het slot van Call Me by Your Name is zo bitterzoet als het einde van de zomervakantie. Op het allerlaatste moment, terwijl de aftiteling al in beeld verschijnt, wordt de kijker gedwongen om de liefde van Elio en Oliver in een grotere context te plaatsen. Heel impliciet laat Guadagnino je afvragen hoe hun levens zijn verlopen, in de jaren negentig, de jaren nul. Hoe ze terugkijken op de zomer van 1983. De regisseur heeft al aangekondigd meer films over de geliefden te willen maken. De volgende zou zich tien jaar later afspelen, tegen de achtergrond van een veranderend Europa. Daarmee zou Guadagnino een brug bouwen naar dat eiland in de tijd waar Elio en Oliver zich nu bevinden. Ik hou ze liever daar.

---

In opdracht van De Groene Amsterdammer